woensdag 6 februari 2013

Verdeel, heers, belast


De laatste weken lijkt het moeilijker fiscale opiniestukken te ontwijken, dan na een avondje doorzakken nog snel even de K2 te beklimmen. Fiscaliteit is hot en dat zullen we allen geweten hebben. Zowel academici als politici kruipen in de pen en sturen hun schrijfsels via traditionele media de wereld in. Ondanks het ene stuk al wat meer gedocumenteerd is dan het ander, is veelal eenzelfde rode draad waarneembaar: “Multinationals betalen te weinig belastingen.” en “Weinig belastingen betalen, is onethisch.”

Teneinde dergelijk fenomeen een halt toe te roepen, worden fiscale ballonnetjes opgelaten en een paar dagen later weer afgeschoten. Waar volgens Deloitte vorige begrotingsopmaak sprake was van een minimumbelasting voor multinationals in te voeren, dient nu dé fiscale maatregel des duivels het (alweer) te ontgelden: de notionele interestaftrek...

Ondanks de inkt van de vorige tekst van wijziging nog niet droog is, gaan niet alleen Meulebeke en Oosterzele gebukt onder een hevige storm. Waar huizen gedeeltelijk werden afgebroken door hevige onweders, wil minister Milquet de fiscale gunstmaatregel meteen met de grond gelijk maken. Op dit punt stellen zich naar mijn aanvoelen een paar problemen.

Een eerste problematiek is die van de fiscale rechtszekerheid. De federale regering heeft er deze legislatuur blijkbaar een prioriteit van gemaakt een fiscaal schrikbewind te voeren. Burgers (cf. plotse wijziging fiscaal stelsel zonnepanelen), als vennootschappen (die eerstdaags, of zo lijkt het toch, het stelsel van de aftrek voor risicokapitaal kunnen kwijtspelen) moeten het ontgelden.
Een morbide gevoel voor humor niet vreemd, prees diezelfde regering bij monde van de premier enkele weken geleden België in Davos nochtans op grond van de notionele interestaftrek aan bij buitenlandse investeerders. Zijn betoog overgoten met een bouillon gepuurd uit het lekker stukje kip dat de Dienst Voorafgaande Beslissingen is, concludeerde hij met enige trots: “Belgium is back!”. Misschien was het naïef te geloven dat deze woorden, ideeën en voornemens in het België van Magritte lang stand zouden houden. Wat er ook van zij, van rechtszekerheid is ondanks het bestaan van de rulingcommissie allerminst sprake wanneer politici warm spreken en koud schrijven.

Als tweede element kan misschien wel aansluitend bij het vorige punt, de sluwheid worden opgemerkt waarmee ondermeer Milquet een bepaalde agenda wil doordrukken. Wanneer Milquet pleit voor een algemene belastingverlaging naar 24,75% ter compensatie van het verdwijnen van de NIA, moet worden opgemerkt dat het gemiddelde tarief voor een KMO volgens Trends 21% bedraagt. Voor multinationals ligt dit tarief nog een pak lager, wat er eigenlijk zou toe leiden dat in plaats van een belastingverlaging een stevige verhoging zou plaatsvinden. (Men merke in deze op dat Milquet heeft laten optekenen dat een belastingverlaging de economische relance ten goede zou komen. In casu bepleit ze het tegenovergestelde waardoor meteen de vraag rijst wat haar ware bedoeling is.)

De draagwijdte van het debat is echter ruimer dan de louter juridische benadering. Ook sociaal valt er wel een en ander op aan te merken. Zo lijkt het me redelijk perfide een cultuur van afgunst te installeren onder de bevolking gebaseerd op, nota bene, valse gronden.

Alvorens het onderwerp ten gronde te bespreken, dienen we als burger er bewust van te zijn dat de financiële centra van ondernemingen door de NIA weinig belastingen betalen, maar dat zij zonder NIA hier waarschijnlijk ook niet lang meer zouden zijn. Daardoor is elke cent opbrengst er een, die er anders misschien niet zou zijn. (Graag verwijs ik naar het artikel geschreven door Caroline Ven in De Tijd van 5/2/2013). Een verhuis naar een andere Staat met een fiscaal gunstig stelsel is, in deze geglobaliseerde wereld, geen onoverkomelijk iets. En hoewel het appelen met vliegtuigen vergelijken is, lijkt het mij eerlijker dat een burger zijn belastingdruk vergelijkt met die van een kmo, ondanks zoiets compleet onmogelijk is.

Hoewel jaloezie de mens in het geheel niet vreemd is, dienen we op te letten ons niet te hard te laten leiden door emoties. Uiteraard pleiten sommigen voor een verhoging van de belastingen die multinationals betalen.  De link met de rijkentaks is gauw gelegd. Burgers lijken deze afgaand op boodschappen in de pers niet ongenegen te zijn, daar elkeen waarschijnlijk vermoedt hem zelf niet te hoeven betalen. De gevolgen die zo'n taks echter heeft, zijn meteen duidelijk wanneer we een blik op onze zuiderburen werpen, maar zijn blijkbaar niet zo makkelijk voor de geest te halen. Niets sluit eenzelfde scenario als in Frankrijk uit met betrekking tot de financiële centra van de multinationals uit in België waarbij de gevolgen voor de maatschappij pas in tweede orde tot uiting komen.

En daarop speelt polarisatie in. Ingezetenen worden tegenover elkaar geplaatst waarbij politici liefst een anonieme groep afzonderen en die vervolgens aanvallen op een manier dat Jan met de pet meteen mee is in het verhaal. Het is een eeuwenoude tactiek die machthebbers aanwenden zodat ze op een eenvoudiger manier hun eigen wil kunnen doordrukken (in casu het afschaffen van de belastingvoordelen aan vennootschappen). Misschien klinkt 'Divide et Impera' u bekend in de oren? Daar hoort de burger zijn fiscale strijd in elk geval niet te liggen. De idee dat politici burgers zouden plezieren door extra belastingen te heffen in een land dat nu reeds plaats twee bevolkt op de lijst van belastingdruk, is te gek voor woorden. 

Belastingen vormen volgens het Hof van Cassatie een aanslag op het vermogen van de belastingplichtige en dienen restrictief begrepen te worden. In lijn met de redenering van het Hof, kunnen we niet eisen dat een dief elders meer steelt dan bij ons, hoe nobel de bedoelingen van die dief op het eerste zicht ook wel mogen zijn.


Wat we wél dienen te opperen en waar we mogen voor strijden, is dat de overheid (gesteld dat u die aanvaardt) een efficiëntie bereikt die op het niveau van de privé ligt.
Wél dienen we te opperen voor een verlaging van de tarieven in de personenbelasting zodat werkenden meer overhouden op het einde van de maand en de verschillen in nominale aanslagvoet tussen vennootschappen en burgers onderling op die manier verkleinen.
Wél dienen we te opperen dat het staatsbeslag drastisch daalt, maar moeten we op hetzelfde moment tevens eisen dat een overheid die 54% van het BBP aanslaat, geen enkel tekort meer boekt op haar begroting én de kwaliteit van de dienstverlening naar Scandinavische standaarden is.

Hoewel bovenstaande tekst geen enkele kiezel in de rivier zal verleggen, stel ik opiniemakers en politici de vraag of het debat en bijhorende daden in eerste instantie over bovenstaande punten mogen gaan alvorens mijn naasten en andere ingezetenen nog wat extra te pluimen? De modale Belg zal u zeer dankbaar zijn.

Mitchell