vrijdag 26 april 2013

Mik Hoog


Kwaliteit, kritische reflectie, betrokkenheid,...
Het zijn slechts enkele van de begrippen die de kandidaten voor het rectorschap aan onze Alma Mater opnemen in hun beleidsvisie. Maar het zijn meteen de belangrijkste wat mij betreft. Het is in het kader van betrokkenheid dat ik besloten heb in de pen te kruipen. Ik zou echter liegen mocht ik poneren dat betrokkenheid mijn enige reden is in de totstandkoming van deze bescheiden bijdrage.

Neen, hét motief in casu situeert zich vooral rond het concept kwaliteit. Het zou te ver gaan te stellen dat kwaliteit afwezig is op onze universiteit, maar naar mijn ervaring loopt bij de overdracht heel wat mank. Ik ben er mij ten volle van bewust dat de (kandidaat)rector misschien niet bevoegd is voor wat volgt, maar daar deze toch dé vertegenwoordiger en belangenverdediger van onze universiteit is, wend ik mij toch graag naar u.

Ondanks het feit dat de problemen velerlei zijn, vallen mijn inziens vele zaken te herleiden naar de instroomproblematiek. In de vijf jaar die ik ondertussen in Gent – met veel plezier overigens – vertoef, heb ik onze onderwijsinstelling gestaag zien groeien. Niet zonder enige trots werd elk jaar vermeld hoeveel burgers hun weg vonden naar de Gentse, universitaire schoolbanken. Naar mijn aanvoelen een misplaatste en bureaucratische trots. Misplaatst enerzijds omdat de kwaliteit van het onderwijs daalt. Bureaucratisch anderzijds omdat ik lesgevende professoren geen lofzangen hoor afsteken, integendeel.

De oorzaak is hierboven reeds vermeld, zijnde de instroomproblematiek. Jaarlijks verwelkomen de universiteitsgebouwen duizenden nieuwe studenten waarvan, zo blijkt uit de statistieken, slechts een klein deel op zijn of haar plaats zit. Dit heeft nefaste gevolgen.

Als beginnend student kom je op die manier in een omgeving terecht waarin je ten eerste slechts een nummertje bent (zeker in een rechtenopleiding), ten tweede geconfronteerd wordt met mensen waarvan meteen blijkt dat de cognitieve capaciteiten ontbreken en het in die context een relatieve overwinning is te slagen. Wie er aan dacht om aan de universiteit (meteen) in een stimulerende omgeving terecht te komen, is er meteen aan voor de moeite.

De grootte van de groepen sluit meteen ook een hele hoop mogelijkheden uit. Discussies, van welke aard ook, zijn onmogelijk te voeren in een auditorium waar naast jou nog 650 andere mensen zitten. Mensen wie het vaak geen bal interesseert wat je te vragen/vertellen hebt en dus vlijtig beginnen praten. Op die manier zijn mijn bachelorjaren zeker niet samen te vatten onder het motto “Durf Denken”, wel onder het motto “Durf Slikken En Op Het Examen Opnieuw Uitbraken”.

Is dat de manier waarop onze onderwijsinstelling die zogenaamde “kritische geesten” wil vormen? Uiteraard moet een academische opleiding gestoeld zijn op een stevige theoretische pijler, maar daar mag het niet stoppen. Helaas was dat in mijn bacheloropleiding wel het geval.

Het is slechts in mijn masteropleiding dat studenten actief gedachten kunnen wisselen met professoren. Professoren die vaak autoriteiten zijn binnen hun vakgebied. Professoren die maatschappelijk kunnen wegen en die door een toetsing van je eigen idee aan dat van hen, je nieuwe inzichten kunnen bieden. Professoren die je kunnen helpen meer te worden dan een harde schijf met de inhoud van je syllabi daarop gestationeerd... Wanneer je bedenkt dat een opleiding als de mijne compleet maatschappij-georiënteerd is, is het schrijnend dat het zo lang moet duren eer een normale discussie – binnen de les - mogelijk is.

Om een hoofd te bieden aan dat probleem, hoeft de universiteit zeker geen 15 nieuwe UFO’s te bouwen. Integendeel, onze universiteit mag gerust kleiner. De eerder vermelde problemen zouden mijn inziens op een andere manier verholpen kunnen worden: Verbind de toegang tot onze universiteit aan voorwaarden. Zo zou men toelatingsexamens kunnen opstellen aangepast aan de vereisten die elke richting stelt, aangevuld met een algemeen deel dat laat blijken van enige interesse in de maatschappelijke context. 

Het kan en mag toch niet dat Universiteit Gent een uitmuntend exact-wetenschapper vormt die niet weet wie de Minister-President van Vlaanderen is bijvoorbeeld? Of nog nooit gehoord heeft van Goldman Sachs? Wanneer het de rectorkandidaten echt menens is studenten kritisch te scholen, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat dergelijk voorstel toch enig gehoor moet krijgen? Uiteraard valt een mouw te passen aan de modaliteiten van zo’n proef, zolang de basisidee maar overeind kan blijven, zijnde geëngageerde studenten aantrekken.

Vorm op die manier een omgeving waarin men durft denken,  maar vooral kan denken en mag excelleren. Zowel over aspecten van de studie als het belang voor de maatschappij. Tot op heden heb ik vooral het gevoel dat de begrippen kwaliteitsvol onderwijs en kritisch denken eerder window-dressing zijn in de hoop dat niemand verder wil kijken. Iets wat de universiteit eigenlijk ook bevestigt door het aanbieden van de honour classes...

In dat opzicht wil ik graag de pleitbezorger zijn van een nieuwe slogan voor de Gentse studenten als voor onze bestuursentiteiten: “Mik Hoog”.

Mvg,
Mitchell Hoefman (Tweede master - Rechten)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten