zaterdag 21 april 2012

#PVDD - Symptoom van een zieke, hypocriete media


Met veel afkeer aanschouwde ik deze week de berichtgeving met betrekking tot Pol Van Den Driessche. Zonder dat zelfs maar enige officiële aanklacht bij de bevoegde instanties werd neergelegd - laat staan een vonnis, nagelden de zelfverklaarde kwaliteitsmedia mijnheer Van Den Driessche aan de publieke schandpaal. Zonder proces uiteraard, want de meerderheid van de media heeft lak aan de rechtsstaat. Hoewel, naar mijn aanvoelen, lijkt de media in de meeste gevallen te leven naar het motto: “Eigen vol..., oei, rechten eerst”. Het gaat me in deze zaak niet om de persoon van Van Den Driessche, maar om het symbool Van Den Driessche. 

De rechtsstaat voor non-juristen.

Elke burger (natuurlijke persoon) in ons land heeft, of men het nu wil of niet, een resem rechten ter zijner beschikking welke hij of zij kan inroepen voor een rechtbank. Recht op onderwijs, vrijheid om te contracteren met wie je wilt, recht op een eerlijk proces,... Tegenover deze hoop rechten, staan ook een aantal verplichtingen. Het naleven van het verkeersreglement bijvoorbeeld. Naast deze rechten en plichten, gelden ook bepaalde vermoedens. Het meest gekende, belangrijke en fundamentele voor onze rechtsstaat, moet het vermoeden van onschuld zijn.

Ook vennootschappen, opgericht met het doel een materieel voordeel te verschaffen aan de aandeelhouders, volgen dit principe. Vennootschappen zijn in dezelfde mate onderhevig aan verplichtingen ingeschreven in de wet, decreet, ordonnantie,... Deze samenwerkingsvormen dienen zich dus ook te schikken naar de, om een voorbeeld te nemen, strafwet. Uiteraard staan tegenover deze verplichtingen, net zoals bij burgers, een hele hoop rechten (in de mate dat het verenigbaar is met hun wettelijke en statutaire specialiteit - zo is het voor een rechtspersoon niet mogelijk om te huwen). Zo ook geldt dit voor vennootschappen wiens hoofdactiviteit er uit bestaat om nieuws te vergaren, verspreiden en te verkopen. Vrijheid van drukpers en vrijheid van meningsuiting geldt dus in dezelfde mate voor hen.

Persvrijheid

Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting werden en worden danig belangrijke waarden geacht, dat de wetgever ze heeft vastgelegd en geïnstalleerd in de wetgeving. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting worden gehandhaafd omdat het volk ze essentiële waarden acht. Niet alleen voor de democratie, maar eveneens voor henzelf. Persvrijheid zonder vrijheid van meningsuiting is als even hol en nutteloos als vrijheid van meningsuiting zonder persvrijheid. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat mensen op een degelijke, snelle, wijdverspreide en onafhankelijke manier geïnformeerd kunnen worden waarbij aan de auteurs een grote bescherming wordt geboden. Drukpersmisdrijven, worden voor het Hof van Assisen gebracht, ergo beoordeeld door een volksjury. De praktijk is echter anders. Drukpersmisdrijven worden maar zelden voor het Hof van Assisen gebracht, waardoor de auteur/journalist, althans op strafrechtelijk gebied, min of meer functioneert in het Wilde Westen waarbij hij als enige een revolver draagt.

With great power, comes great responsibility.

Net doordat de enige revolvers in het Wilde Westen de facto aan een groep cowboys van dezelfde strekking zijn uitgedeeld, hangt het lot van de wapenlozen af van het ongerepte cowboygedrag van die groep.  De schade die de revolvers aanrichten, hangt dus in grote mate af van het geweten en ernst van de bezitters van de wapens, maar ook van de beschikbare munitie. Vertaald naar de huidige samenleving vertolken auteurs/journalisten de cowboys en vormen lezers de beschikbare munitie. Ondanks dat gewone auteurs, waarvan ik een uitmaak, steeds meer lezers bereiken dankzij social media, zijn het nog steeds de journalisten die over heuse wapendepots beschikken.

Burgers kunnen dus enkel hopen dat het geweten van onze beroepsschrijvers uitmuntend is, uiteraard aangevuld met een brede kijk op de wereld en een flinke portie kennis. "Van aandeel tot zwijgrecht" (bron 9lives.be/forum - slogan door JPV), een goed journalist weet wat de begrippen inhouden, of heeft in elk geval weet van het bestaan ervan. En nét daar loopt het mis. Als afgelopen dagen mij een iets duidelijk is geworden, dan is het wel de bloedarmoede die heerst in het vak. De meest essentiële fundamenten waarop onze (rechts)staat gebaseerd is, lijken niet gekend bij een grote groep in de journalistieke wereld.

Eigen vol.., oei, rechten eerst én tevens laatst.

Bepaalde journalisten mogen dan wel niet volledig vertrouwd zijn met de ultieme basisprincipes van het recht, een recht is zeker gekend en dat is de heilige vrijheid van de drukpers. Dat deze vrijheid geput wordt uit dezelfde (inter)nationale wetgeving als degene waar het vermoeden van onschuld is in neergelegd, is niet geweten of wordt vergeten. Dat diezelfde wetgeving de procedures regelt welke de rechterlijke macht in staat stelt een vonnis of arrest te vellen, wordt ook vergeten en doet eigenlijk ook niet ter zake. Waarom zou een officiële aanklacht nodig zijn, wanneer het oordeel vloeiende uit mijn pen de publieke opinie stuurt?

Het is duidelijk, klachten zijn van de vorige eeuw. Weg ermee! Het enige wat een journalist vandaag nodig heeft, is een informele aanklacht die 20-25 jaar na datum van de vermeende feiten wordt gelanceerd. De journalist zorgt vandaag wel voor een uitspraak en het proces (zonder tegenspraak liefst).  Deze zelfgefabriceerde uitspraak wordt dan als waarheid verkocht, zowel letterlijk als figuurlijk.

Gevolgen, quoi?

Dat de media reeds enige tijd zeer ernstig ziek is, valt op. Journalisten stoppen het ook niet echt meer weg. Gevolgen voor de personen in kwestie zijn ondergeschikt aan persoonlijke of redactionele roem en het voeden van de sensatiezucht. Dat bleek onlangs ook uit een optreden van Leo Stoops als moderator op een justitiedebat georganiseerd door CDS-Gent. Mijnheer Stoops stelde mijn inziens terecht, dat Assisen een vreemd systeem is, waarop hij een vergelijking poneerde: "Wanneer u een griepje heeft, gaat u bij de huisarts. Wanneer u neuro-chirurgie nodig heeft, gaat u bij een neuro-chirurg. Een ultieme specialist. In Assisen-zaken is het net omgekeerd." Sterk geredeneerd Leo, tot daar volgde ik. Het vervolg stemde me echter droef: "Maar als journalist is het natuurlijk een speciaal spel."

Daarop vroeg ik hem: "Mijnheer Stoops, u zegt als jurist overtuigd te zijn dat Assisen bij de huisarts langsgaan is, voor hartchirurgie en dat een hervorming zich opdringt. Vindt u het in die wetenschap niet vreemd dat u, het reeds moeilijke proces voor de volksjury, nog moeilijker maakt door massale media-aandacht aan een zaak vooraf te laten gaan en hen te beïnvloeden? Is het niet in het belang van de beschuldigde, dat u zich vrij afzijdig houdt van zo een proces?"

Het antwoord fundeert mijn bovenstaande bewering: "Het volk heeft recht op maatschappelijk relevantie informatie". Dat Stefaan De Clerck en Sven Mary in de lach schoten toen Stoops antwoordde met "ja" op mijn tweede vraag die luidde of melden dat er niets te melden valt ook maatschappelijk relevant is, stemde me zeer tevree en benadrukt de wereldvreemdheid waarmee sommige journalisten rondlopen. Een wereldvreemdheid waarbij cijfers belangrijker zijn dan een correct juridisch verloop van zaken. Een juridisch verloop dat nota bene een gigantische impact vormt in een mensenleven.

"Ik ben akkoord met het bovenstaande, laten we de persvrijheid modaliseren en inperken!"

Het antwoord is neen, net doordat persvrijheid een essentieel en waardevol goed is, moeten we het in zijn meest mooie vorm behouden. Hervormingen in de vorm van wetswijzigingen zijn in dit opzicht niet gewenst en dienen binnen de Raad voor Journalistiek te onstaan. Ze kunnen zich veruitwendigen in een nieuwe deontologie en een aangepaste opleiding voor aspirerende journalisten, zowel op de universiteit als op de hogeschool. Ze mogen mijn inziens echter niet wettelijk afgedwongen worden. Het is door blogposts - waarschijnlijk van een beter niveau dan deze - dat we bepaalde journalisten een geweten kunnen én moeten schoppen. Niet alleen in het belang van Pol Van Den Driessche, maar in dat van ons allemaal. In het belang dat een betoog gefundeerd op het vermoeden van onschuld niet langer door een journalist als dwaze praat wordt bestempeld.

Disclaimer:
Indien een van de personen hierin vermeld, in het meest uitzonderlijke geval recht van antwoord wenst, kan hij mij steeds bereiken via Twitter (@mitchellhoefman). Het antwoord zal in onaangepaste vorm gepubliceerd worden.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten