Deze tekst is een reactie op http://www.knack.be/opinie/columns/michelle-martin-vrijlaten-is-spuwen-in-het-gezicht-van-vrouwe-justitia/opinie-4000168603435.htm
De routine
Deze morgen was een
morgen als een andere. Opstaan, ontbijt, telefoon ontgrendelen, Opera openen en
enkele links aanklikken. Al gauw staan enkele tabs open waaronder enkele
nieuwssites. Zo schitterden deze morgen “De Standaard”, “De Tijd” en "Knack" mijn
ogen tegemoet. Naast de gebruikelijk serene setting waarin De Tijd opereert,
vond ik een gematigde De Standaard. Een hele brok “nieuws”? over de voorwaardelijke invrijheidstelling en
politieke plannen van mijnheer Marchal. Op zich, in de mate dat zoiets verwacht
kan worden van een nieuwssite die een eigen dating-programma heeft, redelijk
normale journalistiek. Mijn verbazing was echter groot toen ik het Knack-blad
opende. Een site met allesbehalve een HLN-reputatie, meende het noodzakelijk om
daar vandaag verandering in te brengen. Ik zou live (!) de vrijlating van Martin kunnen volgen. Wat een surrogaat voor
een saaie blokdag! “Moeder, waar is de popcorn?”, raasde door mijn hoofd. Dit
zou de dag worden waarop ik andermans proces zou maken en zou uitspuwen. Yes!
Als een gek begon ik
in het wild rond te klikken (niet echt, maar dit geeft het verhaal wat meer cachet)
en al gauw ontdekte ik de opinies. Ik besloot in al mijn hysterie aan te vatten met “De superieure
reactie van...” gezien die toch geloofd werd op Twitter. De sereniteit van het
stuk en de vinger van Cauwelaert op de wonde van de politieke onzin, stemde mij
tevree. Ik kon me perfect vinden in het stuk en besloot om verder te lezen. Het
volgende stuk was “Michelle Martin vrijlaten, is in het gezicht van vrouwe
Justitia spuwen”. Na het lezen van dit stuk heb ik enkele bemerkingen, die ik
op een bescheiden manier de wereld wens in te sturen. Misschien zijn ze fout,
misschien ook niet. ‘Elk zijn schelle’
zegt men hier in de streek.
Kritiek ten gronde
1. Graag was ik gestart
met mijn visie over recht en rechtvaardigheid. Net als in dit opiniestuk, sluit
ik mij aan bij het feit dat recht en rechtvaardigheid twee andere begrippen
zijn. Recht valt niet per definitie samen met rechtvaardigheid en dat om de
eenvoudige reden dat enkel recht een objectiveerbaar begrip is. Het is een geheel
van beginselen en rechtsregels die een maatschappij ordenen en dat men ergens
kan terugvinden op een papieren drager of een site die dringend aan een nieuwe
lay-out toe is, zijnde het Staatsblad.
Rechtvaardigheid daarentegen treffen we aan in hoofden, maar nog meest van al in de harten van mensen. Naar mijn aanvoelen is het een begrip dat gestoeld is op emoties – vandaar ook rechtvaardigheidsgevoel? – en daardoor compleet subjectief is. Recht zal dus nooit rechtvaardig zijn voor iedereen. Hoewel ik in deze zaak het helemaal niet erg zou vinden mochten recht en rechtvaardigheid samenvallen. Het zou meteen mijn idee dat ik een rechtvaardig persoon ben, confirmeren.
Rechtvaardigheid daarentegen treffen we aan in hoofden, maar nog meest van al in de harten van mensen. Naar mijn aanvoelen is het een begrip dat gestoeld is op emoties – vandaar ook rechtvaardigheidsgevoel? – en daardoor compleet subjectief is. Recht zal dus nooit rechtvaardig zijn voor iedereen. Hoewel ik in deze zaak het helemaal niet erg zou vinden mochten recht en rechtvaardigheid samenvallen. Het zou meteen mijn idee dat ik een rechtvaardig persoon ben, confirmeren.
2. Ten tweede dwingt
mijn liefde voor het systeem mij ertoe te wijzen op een materiële fout die mits het lezen van wikipedia, niet gemaakt
zou zijn. De Wet Lejeune bestaat niet (meer). De geest van de voormalige wet
leeft nu door in de Wet van 1998, nadien nog aangevuld en aangepast. Het strekt
degenen die voorstander zijn inderdaad tot eer om misdadigers een tweede kans
te geven, welke zoals correct aangehaald verscheidene voordelen heeft.
Zo zou men een stok achter de deur hebben om misdadigers in onze gevangenissen in het gareel te houden. Naast nog talloze anderen waarschijnlijk, is voor mij de belangrijkste functie van de wet diegene die de crimineel opnieuw het reilen en zeilen van de maatschappij aanleert. Onder toezicht van Justitiehuizen worden voorwaardelijk invrijheidsgestelden begeleid en geleerd om een leven op het rechte pad te bewandelen. Het siert ons als gemeenschap om mensen een tweede kans te geven, maar het siert ons evenzeer dat we verstandig genoeg zijn om gedetineerden op het gemak te begeleiden naar een nieuw leven in de vrije wereld.
Zo zou men een stok achter de deur hebben om misdadigers in onze gevangenissen in het gareel te houden. Naast nog talloze anderen waarschijnlijk, is voor mij de belangrijkste functie van de wet diegene die de crimineel opnieuw het reilen en zeilen van de maatschappij aanleert. Onder toezicht van Justitiehuizen worden voorwaardelijk invrijheidsgestelden begeleid en geleerd om een leven op het rechte pad te bewandelen. Het siert ons als gemeenschap om mensen een tweede kans te geven, maar het siert ons evenzeer dat we verstandig genoeg zijn om gedetineerden op het gemak te begeleiden naar een nieuw leven in de vrije wereld.
3. Een derde punt van
de opinietekst dat mij een non-debat lijkt, is dat rond vergiffenis.
Vergiffenis schenken is een actie, die wat mij betreft, inherent verbonden aan
de slachtoffers. Een waar zij kunnen over beslissen, maar die in een
rechtsstaat weinig terzake doet. De positie van slachtoffers in strafprocessen
is overwegend die van burgerlijke partij. Het is integenstelling tot wat ik
soms hoor, de maatschappij onder gedaante van het OM die de vermeende wandaden
vervolgt en niet het slachtoffer zelf. Vergiffenis verbinden aan een invrijheidstelling
slaat dus nergens op, noch dat vergiffenis schenken, leidt tot zwakte. Ik heb
daar geen, vergeef me het taalgebruik, kloot
mee te maken.
4. Een andere passage
die mijn aandacht trok, was degene waarbij het verdedigen van de rechtsstaat
geassocieerd wordt met een empathie voor de dader. Dit is geenszins het geval.
De manier waarop ik juristen ken, is er een van een systeem, - en
princiepsdenken. De daden van een crimineel worden niet verdedigd, wel het
systeem zoals het werkt én goed werkt. Voor
Jan Modaal - zonder iemand te willen schofferen - kan het inderdaad lijken dat Martin vrijkomt op basis van een foute
en amorele wet, maar laat jullie niet misleiden. Deze zaak is hoogst
uitzonderlijk. We kunnen deze zaak niet aanwenden om het hele systeem dat anders goed werkt, te evalueren en omver te gooien. Dat wist een rechter uit de
strafuitvoeringsrechtbank te Brussel in Terzake te vertellen. Een stelling waar
ik hem perfect in kan volgen en bijgevolg met veel plezier onderschrijf.
5. Waar de auteur zeker
en vast gelijk heeft, is in het feit dat wetten altijd ter discussie gebracht kunnen
worden. Dat is logisch in een democratische rechtsstaat. Vandaar ook dat ons
land honderden volksvertegenwoordigers heeft die op quasi dagelijkse basis
zetelen in onze parlementen. Het systeem staat constant ter discussie. In de
parlementen, op nieuwssites, op fora, sociale media en dergelijke meer... Dit
impliceert echter niet dat sommige wetten niet manifest goed kunnen zijn en
bijgevolg zelden aanpassing behoeven. Ik denk bijvoorbeeld aan het verbod op
folteren in vredestijd en oorlogstijd, maar voor mij hoort deze Wet VI daar ook
bij. Het is een goedkope oneliner om te
stellen dat mensen onvolmaakt zijn en wetten bijgevolg ook. Mensen zijn
onvolmaakt, maar dit belet niet dat ze compleet volmaakte zaken kunnen
produceren of uitwerken. Zoals een eenvoudige rekensom bijvoorbeeld, of een
goede wet.
6. Het is mij, als voorlaatste opmerking, een raadsel hoe de auteur in bepaalde alinea’s
bepleit om psychiatrisch gestoorden een plek te geven in een psychiatrische
instelling, maar dan anderzijds wel voorstander is om pedofielen
levenslang vast te houden. Pedofielen horen net als andere veroordeelden een correcte behandeling te krijgen wanneer ze ontoerekeningsvatbaar werden verklaard en afgaande op hun geboekte resultaten kan men beslissen om deze mensen opnieuw - voorwaaardelijk - in vrijheid te stellen. Net zoals bij andere gedetineerden die persoonlijk in
vrijheid gesteld worden, zijn daar voorwaarden aan verbonden. Het is dus niet
zo dat men voorwaardelijk vrijkomt, zonder
voorwaarden... Toch een nuance die velen vaak vergeten maken.
7. Wat de laatste alinea betreft kan ik kort zijn. Naar mijn
aanvoelen heeft de juridische “kaste” – waar staat die rode stip op mijn lief
haar voorhoofd? – geen schuld aan het ingebreke blijven van onze overheid om
psychiatrisch gestoorden degelijk te behandelen en te huisvesten in een daartoe
aangepaste instelling.
Mitchell Hoefman
Student aan de faculteit rechtsgeleerdheid.
Mitchell Hoefman
Student aan de faculteit rechtsgeleerdheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten