dinsdag 24 december 2013

BPost en toplonen

Met het vertrek van Johnny Thijs bij Bpost is het toplonendebat meer dan ooit terug. Elke Jan, Modaal of niet, heeft ondertussen wel een mening gevormd.

Ook ik heb ondertussen met aandacht bepaalde opiniestukken gelezen, meningen aanhoord en intern een idee kunnen formuleren. 650 000 euro is dat idee zeker en vast niet waard, maar misschien wel wat van uw tijd.[1]  

Elkeen is het eens met het feit dat tegenover verrichte arbeid of diensten, onder welke vorm dan ook geleverd een correct loon mag staan. De goegemeente is het er vervolgens ook over eens dat het werk verricht door Thijs van een aanvaardbaar niveau was en dat zoiets beloond mag worden. Alleen stelt zich de vraag hoe hoog dat loon dan wel mag of moet zijn.

Met betrekking tot een formulering van een antwoord op die vraag, lijken zich twee kampen te hebben gevormd. Een kamp meent dat niemand een loon van 1,1 miljoen euro waard kan zijn – zeker niet in vergelijking met de modale postbode. En het andere kamp... Tja, het andere kamp lijkt een bepaalde voorliefde te hebben voor zinnen met ‘pindanootjes’ en ‘aapjes’ als kernwoorden.

Beiden lijken mij nogal kort door de bocht te gaan en naast de kwestie te discussiëren.

Loonvorming


Zo stelt zich de vraag of het loonvormingsproces objectief beoordeeld kan worden? Mijn inziens niet. Het proces lijkt me eerder een proces van afwegingen, zowel in hoofde van het bedrijf als in hoofde van de werknemer sensu lato.

Het bedrijf dient zich de vraag te stellen welk loon de vereiste kwaliteiten kan vergoeden en welk loon het mogelijk maakt om die kwaliteiten aan te trekken. In die zin kan men loon ook zien als een investering in het bedrijf. Men trekt creativiteit aan, know how,... die het bedrijf concurrentiële voordelen kunnen bieden.

Ook de werknemer moet verschillende afwegingen te maken. Hij/zij dient  na te gaan of hij/zij bereid is om zijn/haar kwaliteiten, ideeën,... beschikbaar te stellen én dat in een topfunctie ook quasi-continue te doen. Zie ik het zitten om een groot deel van mijn leven “op te offeren” aan het leiden van een bedrijf en daarbij vele relaties op de achtergrond te schuiven? Zie ik het zitten om het opgroeien van mijn kinderen te missen,... Opofferingen die prima facie niet de minste zijn.  

In dat opzicht vind ik het van behoorlijk wat arrogantie getuigen om een ander zijn rekening te maken en te poneren dat 1,1 miljoen euro te veel is om die opofferingen te vergoeden. De afweging of loon dergelijk emotioneel gemis vergoedt, kan toch niet subjectiever zijn?

Op die manier lijkt het mij dat beide kampen een indeplaatsstelling vervullen waar die in se onvervulbaar is. Daaruit het grote gelijk putten lijkt me niet volledig correct.  

Ook de waardebepaling van iemand komt mij over als een zeer subjectief en complex gegeven. Ook u zal zich waarschijnlijk al de bedenking gemaakt hebben dat uw arbeid meer waard is dan uw loon en dat u een belangrijke factor vormt in het productieproces of dienstverlenende proces.

Wanneer een ander het daarover oneens is, hecht u dan (zeer) veel waarde aan zijn of haar idee? Of bent u de mening toegedaan dat uw job zovele facetten kent dat het voor een ander quasi onmogelijk is om te oordelen over uw waarde voor het bedrijf?[2] Zou dat voor mijnheer Thijs niet hetzelfde kunnen zijn?

De Markt


Een ander veelgehoord argument is dat de markt de lonen voor dergelijke topfuncties dicteert. Maar zou het dan eveneens niet kunnen dat de markt in deze niet statisch is, maar wel dynamisch en een brede vork kent? Zou het niet kunnen dat de markt competente mensen kan afleveren aan 650 000 euro per jaar in plaats van 1 100 000 euro?[3]

En daarnaast, hoe definieert men die markt? Zijn wij Belgische kiezers niet allen de markt? Zou het niet kunnen dat politici en burgers effectief een mening mogen hebben – ondanks dat die naar bovenstaande idee steeds onvolmaakt zal zijn -  over hoeveel leiders in een overheidsbedrijf mogen opstrijken voor hun geleverde inspanning?

Indien leidinggevend personeel het in een overheidsbedrijf het daar niet eens mee kan zijn, dan rest hen inderdaad weinig keuze. Of inbinden, of vertrekken. Dat zoiets weinig aangenaam is wanneer je vele jaren hebt opgeofferd om tot een mooi resultaat te komen spreekt voor zich, maar dat is de realiteit van een tewerkstelling in een overheidsbedrijf. Een CEO van een overheidsbedrijf kan niet boven politiek-democratische besluitvorming staan, ook al is die besluitvorming fout of onvolmaakt.

Kerntakendebat


Reeds geruime tijd wordt in mijn vriendenkring geopperd om bepaalde overheidsbedrijven te verpatsen aan privé-investeerders. Ook ik ben dat idee niet ongenegen en heb me al meerdere malen de vraag gesteld of een overheid zich moet bezighouden met het aanbieden van telecommunicatie, postdiensten,...

Indien het politieke bedrijf tot de beslissing zou komen dat dergelijke dienstverlening niet tot de kerntaken van een 21e eeuwse overheid behoort, zou dat als positief neveneffect met zich meebrengen dat die bedrijven geprivatiseerd kunnen worden en zélf kunnen beslissen over welke verloning voor hun CEO afdoende is.

Echter, ook al is een bedrijf private eigendom, dan nog biedt dat geen legitimering om de vraag aangaande de toplonen niet meer te stellen. Vragen en nadenken moet altijd vrijstaan, ook al bestaat er naar mijn aanvoelen geen absoluut, volmaakt antwoord met betrekking tot het toplonenthema.




[1] Misschien ook niet.
[2] Ondanks het feit dat iedereen vervangbaar is.
[3] Los van het feit of het nu verstandig was om de CEO buiten te kegelen. 

1 opmerking:

  1. Een zeldzaam serene bijdrage aan een debat waarin vooroordelen schijnen te domineren.

    Inderdaad: loonvorming kan niet echt objectief beoordeeld worden, en zeker ook niet absoluut. Mensen kunnen makkelijk evalueren welk van twee objecten lichter of zwaarder is, warmer of kouder, groter of kleiner - relatief dus - maar een absolute bepaling, dat lukt ons meestal niet.

    Zo ook met lonen: we evalueren die aan de hand van een vergelijking met een maatstaf, en het mag niet verbazen dat we hiervoor in de eerste plaats ons eigen inkomen nemen. Het argument dat iemand "te veel" verdient, enkel omdat zijn loon meer dan X maal dat van ons is, mist dus objectieve onderbouw. De maatstaf is immers arbitrair, en als de verhouding tussen het gemiddelde loon (EUR 44,000 - bron: Eurostat) en een loon van EUR 1.3 miljoen - een factor 30 - betekent dat het laatste te hoog is, moeten we dan niet tot dezelfde conclusie komen op basis van de verhouding tussen het gemiddelde loon en dat van de 80% van de wereldbevolking die het met minder dan USD 10 per dag moeten stellen - ook ongeveer een factor 30?

    U verwijst naar de arbeidsmarkt, die volgens sommigen "de lonen voor topfuncties dicteert". Een dergelijk standpunt stelt de werking van de markt verkeerd voor, denk ik: een vrije markt is niet in staat wat dan ook te dicteren. Wel integendeel: het zijn de individuele overeenkomsten tussen koper (werkgever) en verkoper (werknemer, of CEO) die dicteren wat de marktwaarde voor een bepaalde functie is. Een volledig vrije markt mag dan misschien een theoretisch ideaal zijn, maar in de praktijk mag je er toch van uit gaan dat een arbeidsovereenkomst grotendeels vrijwillig wordt gesloten door zowel werkgever als werknemer.

    De vrije keuze aan beide kanten is een element in de discussie rond toplonen waaraan naar mijn mening al te gemakkelijk voorbijgegaan wordt: een werkgever "geeft werk" uit vrije wil, net zoals een werknemer vrijwillig dat "werk neemt". En voor beide partijen geldt dat ze enkel tot een overeenkomst komen wanneer het sop de kool waard is.

    Schande roepen omdat Johnny Thijs vindt dat hij niet bereid is dezelfde job uit te voeren voor de helft van het salaris lijkt me een beetje vreemd: hoevelen zouden wel bereid zijn een halvering van hun salaris te aanvaarden, goed wetende dat er alternatieve werkgevers klaarstaan om datzelfde volledige salaris (of meer) aan te bieden? Johnny Thijs is, zoals elk van ons, beter in staat dan wie dan ook te beoordelen hoeveel zijn bijdrage waard is. Misschien overschat hij die waarde, en in dat geval zal hij zijn verwachtingen wat moeten bijstellen naar onderen.

    Maar de werkgever is natuurlijk, van zijn kant, evenzeer in staat te beoordelen hoeveel hij bereid is te besteden aan het inhuren van een persoon in een bepaalde rol - of het nu om een magazijnier, een personeelsdirecteur of een CEO gaat. Of de regering, als werkgever, hier wijs heeft gehandeld is voorlopig een open vraag.

    Er zijn weinig aanwijzingen dat het hier gaat om een weloverwogen economische beslissing, en het lijkt eerder om een ideologisch geinspireerde interventie te gaan. Desondanks schijnen vele commentatoren ervan uit te gaan dat heel makkelijk een even competente manager kan worden aangeworven voor de helft van het originele loon van Johnny Thijs. Of die mening werkelijk op enig inzicht rust, moet nog blijken.

    EUR 650,000 kan bezwaarlijk "peanuts" worden genoemd, maar wanneer men dat als plafond vastlegt, moet men er rekening mee houden dat dit sop voor sommigen de kool niet waard zal zijn, en dat sommige managers voor het aanbod zullen bedanken.

    BeantwoordenVerwijderen